
Jongeren die geen baan kunnen vinden en werkgevers die een vacature maar niet krijgen ingevuld. Juist in coronatijd wordt duidelijk hoe belangrijk een goede aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt is. Onderzoeker Bertineke Boon en lector Henk Kievit, van Christelijke Hogeschool Ede, onderzochten in opdracht van regionale werkgevers en onderwijsinstellingen hoe het beter kan. Een matchingsplatform, waar werkgevers en kandidaten zonder tussenkomst van anderen elkaar kunnen vinden, biedt perspectief.
Hoe is de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt? Wat is het aanbod en hoe matcht dat met de vraag? De onderzoekers hadden de gegevens om deze vragen te beantwoorden nagenoeg compleet, toen in maart het coronavirus uitbrak. “De coronacrisis heeft ons overvallen”, zegt Boon. “Cijfers, die we bijvoorbeeld vanuit de horeca en de toeristische sector hadden, waren opeens achterhaald en voor ons onderzoek niet meer bruikbaar.”
Nu in de coronacrisis veel mensen hun baan kwijtraken, vindt er een enorme verschuiving op de arbeidsmarkt plaats. “De noodzaak van een goede afstemming wordt nu wel heel zichtbaar”, zegt Boon. In overleg met opdrachtgevers FOV Regio Foodvalley en COG pasten de onderzoekers de onderzoeksvraag aan. “Op welke manier is de aansluiting van het onderwijs gestructureerd en sluit deze structuur goed aan op de arbeidsmarkt?”, vat Boon het samen. “We laten in dit onderzoek zien waarom een goede aansluiting belangrijk is en hoe die aansluiting kan worden verbeterd.”
“Het gaat erom dat we mensen perspectief geven en dat ze werk doen waar ze energie van krijgen. Het matchingsplatform verbreedt en verrijkt de mogelijkheden. Dat mensen van betekenis zijn, daar moet het uiteindelijk om gaan.”
Onderwijs en arbeidsmarkt zijn heel verschillend gestructureerd. Zo wordt onderwijsbeleid via regionale structuren uiteindelijk landelijk bepaald, terwijl de regio’s de economische motoren zijn. “Dat maakt het lastig om gezamenlijke doelen te formuleren”, zegt Kievit. “Het ontbreekt ook aan kennis van elkaars vraag en aanbod.” Een andere belemmering is dat niet overal dezelfde functienamen, beroepsaanduidingen en indeling in sectoren wordt gehanteerd. “Er is geen gemeenschappelijke taal”, stelt Boon vast. “Daarnaast blijven binnen een bedrijf de activiteiten vaak niet beperkt tot één sector. Een bouwbedrijf heeft bijvoorbeeld ook ICT-ers in dienst. We zien dat zowel de arbeidsmarkt als het onderwijs nog erg sector-georiënteerd is. De indeling is heel rigide, maar een betere aansluiting vraagt juist om flexibiliteit.”
Dialoog
Regio Foodvalley is een zeer arbeidzame regio, waardoor er voortdurend druk staat op de vraag naar personeel, zo stelt Kievit. Hoe kan het onderwijs zich aan deze dynamiek aanpassen? “Scholen proberen zo actueel mogelijk onderwijs te bieden, maar de ontwikkelingen gaan snel. Denk aan digitalisering en robotisering”, zegt Kievit. Toch zijn er mogelijkheden, laat Boon zien: “Opleidingen hebben naast een basis- en profieldeel ook een keuzedeel. Daarin is ruimte om regionale kleur te geven aan het onderwijs”, geeft ze aan. Hoewel de structuur van het onderwijs niet direct door het matchingsplatform beïnvloed zal worden, zien Boon en Kievit wel een positief effect. “Het brengt een dialoog tussen onderwijs en bedrijfsleven op gang, die er nu onvoldoende is”, stelt Kievit. “Ik merk dat het veel positieve energie opwekt.”
Vraag en aanbod dichter bij elkaar brengen kan ook op individueel niveau. “Kijk hoe vacatures zijn opgesteld”, geeft Boon als voorbeeld. “De tekst bestaat doorgaans uit een functieprofiel en een beschrijving van het bedrijf. Er wordt gevraagd naar kwalificaties, maar de vraag is niet gericht op wat een persoon nu echt kán.” Dat leidt nogal eens tot onvrede bij bedrijven, signaleert Kievit. “Naderhand ontdekt de werkgever dat iemand dan toch niet goed past. Een nieuwe medewerker moet vooral iets kunnen in plaats van kennen. Vakkennis brengen ze in het bedrijf zelf wel bij, zo is vaak de opvatting.” Daar valt dus veel te winnen, denkt Boon. “Het vergt van werkgevers een andere manier van zoeken en kijken. En van werkzoekenden dat ze veel breder hun competenties, vaardigheden, skills en hobby’s aangeven. Dan raak je meer de kern van wie iemand is.”
“Dat is vooral voor het MKB een uitkomst. Normaal gesproken zijn dit soort hulpmiddelen alleen voor grote bedrijven beschikbaar. Op deze manier kun je ontslag van mensen voorkomen.”
Talentprofielen
Het matchingsplatform dat nu is gelanceerd, gaat dan ook verder dan een digitaal prikbord van vraag en aanbod, benadrukt Rigo van Raai, programmamanager Human Capital Regio Foodvalley. “Als je alleen laat zien welke vacatures er zijn, dan gebeurt er niet zo veel. Via het platform komen werkgevers en kandidaten met elkaar in contact, de matching gaat op basis van talentprofielen.” Er werd vanuit de regio al gewerkt aan het opzetten van een matchingsplatform, voordat het onderzoek van de CHE was afgerond. Corona bracht in maart alles plotseling in een stroomversnelling. “De sfeer was dat er nú iets moest gebeuren”, schetst Van Raai. “Provincie Gelderland wilde wel financieren. Dit viel ook nog eens samen met de eerste resultaten van het onderzoek van de CHE.”
De onderzoeksresultaten hielpen uiteindelijk mee bij de keuze voor een aanbieder van het matchingsplatform. “Het platform van MatchCare is behoorlijk gedetailleerd, heeft veel mogelijkheden én heeft zichzelf al bewezen”, motiveert Van Raai. Voor bedrijven is het platform een instrument om personeel te vinden, maar kan het ook een hulpmiddel zijn om medewerkers waar nodig naar een andere baan te helpen. “Dat is vooral voor het MKB een uitkomst”, stelt Van Raai. “Normaalgesproken zijn dit soort hulpmiddelen alleen voor grote bedrijven beschikbaar. Op deze manier kun je ontslag van mensen voorkomen.”
“Het brengt een dialoog tussen onderwijs en bedrijfsleven op gang, die er nu onvoldoende is.”
Transparantie
Het matchingsplatform wint aan betekenis, als de hoeveelheid data in het platform groeit. “Dit gaat zichtbaar maken wat wél aansluit”, voorspelt Van Raai. “Het zorgt voor meer transparantie. De arbeidsmarkt laat zien welke competenties er worden gevraagd, het onderwijs welke vaardigheden er worden overgebracht.” Dat opent ook nieuwe mogelijkheden. “Als je een opleiding in een talentprofiel zet, kan een kandidaat ook zien welke opleiding voor welke baan nodig is.” Dit stimuleert mensen om hun eigen ontwikkeling op te pakken, benadrukt Van Raai. De doelgroep is dan ook nagenoeg iedereen, ook mensen die niet op zoek zijn naar een baan. Dat zijn er in de regio volgens de laatste cijfers zo’n 20.000. “Een enorm potentieel. De kunst is om verschillende groepen te prikkelen om op het platform te kijken. Zodra die eerste stap is gezet, wordt de nieuwsgierigheid gewekt. Het zijn uiteindelijk de mensen zelf die in beweging moeten komen, dus die moet je vooral met het platform faciliteren.”
Voor de regio is een goed werkende arbeidsmarkt van groot belang. Boon: “Het matchingsplatform is een belangrijke tool, maar we hebben elkaar echt nodig. De wil om samen te werken is in deze regio heel groot. Regio Foodvalley wil voorop lopen, vooral in voeding en gezondheid. Daar kan iedereen een waardevolle bijdrage aan leveren.” Kievit beaamt dat: “Werk is heel bepalend voor het welbevinden van mensen. Het gaat erom dat we mensen perspectief geven en dat ze werk doen waar ze energie van krijgen. Het matchingsplatform verbreedt en verrijkt de mogelijkheden. Dat mensen van betekenis zijn, daar moet het uiteindelijk om gaan.”
Wanneer is het matchingsplatform een succes? Van Raai: “Je kunt doelstellingen formuleren in termen van aantallen bezoekers per maand. Maar het beste resultaat bereik je natuurlijk als je straks niet meer hoort dat er geen personeel te vinden is.”
Meer weten?
Lees hier meer over het onderzoek van de CHE
Of lees verder over het matchingsplatform